Soortbeschrijving
Foto: Rinus Jansen
Orde: Zangvogels (Passeriformes)
Familie: Kraaiachtigen (Corvidae)
Geslacht: Kraaien (Corvus)
Soort: Corvus corax (Europese raaf)
Kenmerken
-
Grootte: 65-76 cm kop-staart;
-
Spanwijdte: 120 cm;
-
Gewicht: 900-1400 gram;
-
Een zware, dikke snavel (soort 'vuistbijl') die licht gekromd is en min of meer zo lang is als de kop. (Bij de zwarte kraai is de snavel korter);
-
Breed uitwaaierende, ruitvormige staart. (Bij de zwarte kraai is de staart rond ('ijswafeltje');
-
Snavelbevedering en verlengde keelveren. (Bij de zwarte kraai keelbevedering niet aanwezig);
-
In de vlucht een trage vleugelslag met regelmatig tussenpozen van zweven. (De zwarte kraai heeft een snelle vleugelslag met beperkt zweven);
-
Raven worden tientallen jaren oud. De raaf in het wild kan 20-30 jaar oud worden, de semi-wilde raven in de Tower raven kunnen ruim 40 jaar oud worden;
-
Paartjes voor het leven.
Eigenschappen
-
Energiek;
-
Avontuurlijk (zwerver en onderzoeker);
-
Temperamentvol (”oorlogszuchtig”, territoriumtijger);
-
Intelligent (grootste vogelbrein in verhouding tot lichaamslengte). IQ vergelijkbaar met een kind van 4 jaar oud.
Ze zijn in staat om relatief ingewikkelde situaties op te lossen om een stukje voedsel te pakken te krijgen (tot wel 10 handelingen), Daarbij wordt 'gereedschap' als stokjes, steentjes e.d. gebruikt; -
Opportunist; vraatzuchtig, alles-eter. Voorkeur voor eiwitrijk voedsel (kadavers, verkeersslachtoffers), Maar eet ook plantendelen zoals bessen en ander fruit.
Produceert braakballen; -
Verstopt voedsel op verschillende plaatsen (caching-gedrag) en weet die goed terug te vinden;
-
Beheerst alle loopgangen (hippen, lopen, galop);
-
Fantastische luchtacrobaat (glij-,zweef-,valvluchten);
-
Begaafd zanger (scala van kras- en roepgeluiden; wel meer dan 100). Kan geluiden goed imiteren.
Foto: Annemarie Loof
Vóórkomen, territorium
De raaf is in Nederland een stand- en broedvogel. Er is geen sprake van trek. In de periode december-juni zijn territoriale paren (broed en niet-broed) in hun territorium te vinden. Buiten deze periode kunnen ze naar andere gebieden uitwijken, maar blijven ook veelal in de buurt van dezelfde regio met grotere uitstapjes voor verkenning, foerageren en socializen met andere soortgenoten. Daarnaast zijn er de zogenaamde 'zwervers'. Veelal jonge, sub-adulte raven die rondzwerven en zich meestal in groepen verzamelen om te foerageren en te overnachten. Het is ook een plek om de toekomstige partner te ontmoeten. Dit kunnen groepen zijn tot wel 200 individuen.
De (broed)territoria zijn tussen de 3-10 km groot. De grootte van het territorium heeft alles te maken met aanbod van voedsel in mindere mate met nestgelegenheid en beschikbaarheid van nestmateriaal. Op bijvoorbeeld De Veluwe is de afstand tussen nesten kleiner dan op de Utrechtse Heuvelrug of in Drenthe. De groepen jongeren kunnen een gebied 'terroriseren' en daarmee de daar aanwezige broedparen 'onder druk zetten'. Het broedsucces van dergelijke paren is dan ook minder dan op plaatsen waar zich geen grote groepen (jonge) raven zich ophouden. Ook hier zal beschikbaarheid voedsel een belangrijke rol spelen. Dit fenomeen wordt op plekken op De Veluwe gezien.
​
Nestplek
Van nature zijn raven klif- of rotsbroeders. Het is nog terug te zien in de vorm van hun eieren: puntig zodat ze minder makkelijk wegrollen. Maar ook bij het nestelen op rotsen worden takken gebruikt om een nest te bouwen. In Nederland worden de wat oudere bosgebieden met relatief hoge bomen en beperkte ondergroei met struiken uitgekozen voor broeden. Maar, ook hoogspanningsmasten in kleinschalig landbouwgebied zijn in trek als nestgelegenheid. Veelal wordt gebruik gemaakt van bestaande, oude nesten van havik, buizerd of kraai. Deze worden verder uitgebouwd.
Raven zijn nestplek-trouwe vogels. Indien er geen dramatische veranderingen zijn in het territorium zullen ze elk jaar opnieuw daar broeden. Dat is vaak in hetzelfde nest. Is het nest uitgewaaid in het najaar of er uitgetrapt door de uitvliegende jongen, dan wordt vaak dezelfde boom gebruikt om zelf opnieuw een nest te bouwen. Of, in het zelfde territorium wordt relatief dicht bij de oude nestplek een nieuwe plek gekozen. Ook als er in het broedseizoen in nestbouw- of eifase (vroege fase van de broedcyclus) iets ernstigs gebeurt (uitwaaien nest, predatie) is er een grote kans dat opnieuw met nestbouw en eileg begonnen wordt.
​
Broed
Ook al vormen raven paartjes voor het leven, voor elk broedseizoen wordt de band tussen de twee vogels aangehaald, bevestigd en versterkt. Het is dan ook een genot voor het oog en oor om in de baltsperiode (januari-februari) het ravenpaar hun baltsvluchten te zien uitvoeren. Luchtacrobatiek in de mooiste vorm met dichtbij of boven elkaar synchroon vliegen, buitelingen en duikvluchten. Dit gaat gepaard met allerlei geluiden ( 'zang' en roepen).
Als tot eileg wordt overgegaan, is het paar aanzienlijk stiller in de broedperiode (start half/eind februari/begin maart of zelfs later als er sprake is van een 2e broedpoging). De broedperiode duurt ongeveer 3 weken. In de jongenfase (duur +/- 45 dagen) en bij het uitvliegen is er weer veel meer reuring. Eerst voedselvluchten en sterk alarmeren indien er gevaar dreigt. Roofvogels maar ook kraaien en boommarters worden vol overgave aangevallen en bij het nest weggehouden. In de uitvliegfase zijn de jongen luidruchtig in het territorium aanwezig. Hun hoge bedelroep is goed te onderscheiden van de lagere krrôôk-roep van hun ouders.
​
Foto: Wim Steenge
Foto: Harry de Rooij